Death Valley National Park is het grootste nationale park van het vasteland van de Verenigde Staten, met een oppervlakte van meer dan 13.000 vierkante kilometer! Omdat een groot deel van het park bestaat uit woestijnlandschap, kunnen de temperaturen hier flink oplopen. In de zomer kan het hier meer dan 50 °C worden! Ook regent het hier dus een stuk minder dan in een gemiddelde woestijn. In Death Valley ligt ook het laagst gelegen punt op het westelijk halfrond, Badwater Basin, op een diepte van 86 meter onder zeeniveau. Hoewel ‘slechts’ 7% van de oppervlakte van het park toegankelijk is voor publiek, is er genoeg te zien. Laat je ook zeker niet afschrikken door de onheilspellende naam! Death Valley kent een zeer variërend landschap: van begroeide valleien tot zandvlaktes en van bergtoppen tot zoutvlaktes. Het is daarom een enorm populair park onder natuurliefhebbers.
Meer informatie kun je vinden op deze pagina