Robert Johnson (1911-1938) was een Amerikaanse bluesgitarist en zanger wiens leven en muziek doordrenkt zijn van mysterie en legendes. Geboren in Mississippi, begon Johnson op jonge leeftijd gitaar te spelen, maar zijn vroege jaren als muzikant zijn relatief ongedocumenteerd. Zijn stijl en techniek waren echter opmerkelijk en zouden van grote invloed worden op latere generaties muzikanten.
Een van de meest opvallende aspecten van Johnson's verhaal is de legende dat hij zijn ziel aan de duivel verkocht om zijn buitengewone muzikale talent te verkrijgen. Volgens de overlevering ontmoette Johnson de duivel bij een kruispunt buiten Clarksdale, Mississippi, waar hij zijn ziel inruilde voor virtuoze gitaarvaardigheden. Deze legende is verweven met nummers zoals "Cross Road Blues" en "Me and the Devil Blues", die bijdragen aan zijn mythische status.
Clarksdale, gelegen in het diepe zuiden van de Verenigde Staten, speelt een cruciale rol in het verhaal van Robert Johnson. Het wordt vaak geassocieerd met de plaats waar Johnson zijn duivelse pact zou hebben gesloten. Deze stad heeft zichzelf gevestigd als een belangrijk bluescentrum, en er zijn aanwijzingen dat Johnson hier daadwerkelijk heeft opgetreden en zijn muzikale vaardigheden heeft aangescherpt.
Ondanks zijn korte leven en geringe aantal opgenomen nummers, heeft Johnson een blijvende invloed gehad op de muziekwereld. Zijn unieke gitaarspel, gekenmerkt door complexe fingerpicking en emotieve zang, heeft latere generaties blues-, rock- en zelfs popmuzikanten beïnvloed. Gitaristen als Eric Clapton en Keith Richards hebben openlijk hun bewondering voor Johnson's muzikale bijdrage geuit.
Het tragische einde van Johnson op 27-jarige leeftijd voedt de mythe rond zijn leven. De omstandigheden van zijn dood zijn vaag en dragen bij aan de mystiek die zijn persoon omringt. In 1986 werd Robert Johnson opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame voor zijn blijvende impact op de muziekgeschiedenis en als een sleutelfiguur in de ontwikkeling van de blues en rockmuziek.